Bij Newasco wassen we, naast bed- en badgoed, ook kleding en ander persoonlijk textiel van cliënten. Niet zomaar wat kleding, veel kleding! Alleen al in Heemstede behandelen we voor ongeveer 9500 cliënten zo’n 60.000 stuks textiel per week.
En… persoonsgebonden textiel is echt persoonlijk. De cliënt wil natuurlijk zijn of haar spulletjes wel weer in de eigen kast terug. Dat beseffen Ulku en Yasemin als geen ander. Zij zijn bij Newasco Van Houten beiden betrokken bij het merken van persoonsgebonden goed. Merken is de eerste stap om kleding toe te kennen aan een cliënt. Via het label of de chip weten wij aan wie het textiel toebehoort.
Het merken vindt niet alleen plaats wanneer een hele zorglocatie besluit de was over te dragen aan Newasco, maar ook wanneer er een nieuwe cliënt komt wonen bij een locatie van een van onze klanten. Hoogste tijd om met beide dames over hun ervaringen te praten.

Waar merken jullie het textiel?
Ulku antwoord: “Dat kan zowel op de wasserij zijn als bij de klant. Ik verzorg het merken op de wasserij. Sommige klanten hebben zelf een merkapparaat op locatie. Maar wij kunnen het ook voor hen verzorgen”. Yasemin vult aan: “Als een nieuwe cliënt gaat wonen bij een zorgorganisatie die bij ons klant is en Newasco verzorgt het merken, dan nemen we het textiel meestal even mee naar de wasserij. Maar wanneer kleding van een hele nieuwe locatie wordt gemerkt, dan zitten we vaak bij de klant.”

Hoe gaat het merken van een hele locatie in zijn werk?
Yasemin: “Eerst wordt er natuurlijk een planning gemaakt. Dit doet de accountmanager of relatiebeheerder en dat gaat op basis van de keuzeformulieren die de cliënten hebben ingevuld.  Cliënten mogen namelijk een aantal zaken zelf bepalen, zoals of ze de was bij ons willen brengen, en indien ja, hoe ze dan de factuur willen ontvangen.
Soms maakt de zorgorganisatie zelf de planning. Op locatie kunnen wij de was van 4 tot 6 mensen per dag merken. Dat ligt natuurlijk aan hoeveel kledingstukken zij hebben. Bij verpleeghuizen is dat bijvoorbeeld veel minder dan bij organisaties voor mensen met een verstandelijke beperking.
We werken per team van twee mensen en de organisatie helpt ons bij het in- en uithalen van de kast. Cliënten vinden het vaak fijn om even mee te kijken wat we doen. We leggen dan uit waar we mee bezig zijn en zo leren we elkaar gelijk een beetje kennen.
Als we op locatie merken, dan nemen we alle benodigde spullen mee. De labeltjes, een laptop, een (RFiD)scanner en een labelpatchmachine. Wanneer het label in de kleding is geperst, dan registreren we het kledingstuk gelijk online in de digitale kledingkast van de eigenaar. Daar hebben we wifi voor nodig. We koppelen een uniek nummer aan het label. Bij dat nummer vind je allerlei kenmerken van het kledingstuk terug, zoals de artikelomschrijving, de kwaliteit en kleur, het wasproces, de gegevens van de cliënt en het afleveradres, maar ook soms ook specifieke bijzonderheden. Op het label zelf staat alleen de organisatie naam plus de naam van de cliënt. Dat is handig bij verhuizingen, want dan hoeft het label er niet uit. Bij de chip hoef je overigens helemaal geen tekst mee toe te voegen, maar het mag natuurlijk wel.”
Ulku vult aan: “Soms kiezen we er bewust voor om op de wasserij te merken of om pas te merken als alle cliënten van de afdeling zijn. Bijvoorbeeld als zij niet zoveel prikkels kunnen hanteren.”

Zijn er voor- en nadelen te noemen over de merkplaats?
Yasemin: “Op locatie kun je alles wat in de kast hangt voorzien van een label. We maken ook tijd vrij voor de wasjes die dan van de wasserij terug komen en nog niet gemerkt zijn.”
Ulku: “In de linnenkamer op de wasserij is alles praktisch ingericht. We hebben hier alle spullen bij de hand en kunnen we het merken eventueel combineren met andere werkzaamheden. Wel ligt er meer druk op; de kleding moet immers weer snel retour naar de cliënt.
Maar waar je ook merkt, het moet secuur gebeuren. Het is immers de basis van alle systemen en processen binnen de wasserij. Van uitsorteren tot wasproces, pakbon, facturatie en terugbezorgen.”

Wat viel jullie op tijdens het merken bij Prinsenstichting?
Yasemin: “Het was tijdens de feestdagen, dan is het wel druk met die gebroken weken. Maar iedereen was vrolijk en blij. We hebben hard gewerkt met een leuk team om alles zo snel mogelijk terug te leveren. De klant was blij en wij hebben het met veel liefde gedaan.”
Ulku: “Ja, we vormen een goed team. Maar dat komt misschien ook omdat ik de kneepjes van het vak van Yasemin heb geleerd. Het is afwisselend en verantwoordelijk werk en daar hou ik van. We proberen alles zo goed mogelijk te doen. Alles voor onze cliënten.”

En daar kunnen we geen speld tussen krijgen. We bedanken Ulku en Yasemin voor het gesprek en denken nog even na over die 60.000 kledingstukken in de was… per week….